Vanaf 1 januari 2020 is het mogelijk om bij bedrijfsbeëindiging (pensioen, overlijden of ziekte van de werkgever) compensatie te vragen voor een betaalde transitievergoeding.
Er zijn nogal wat voorwaarden. Hier de belangrijkste:
Voor tenminste één werknemer is een ontslagvergunning verkregen of heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden.
Bij pensioen geldt dat de werkgever de AOW-leeftijd heeft bereikt, of bereikt binnen 6 maanden nadat hij het verzoek heeft gedaan om de arbeidsovereenkomst op te mogen zeggen (wanneer u precies de aanvraag voor compensatie bij ziekte kunt doen is nog niet bekend).
Bij overlijden geldt dat de erfgenamen binnen 12 maanden na overlijden van de werkgever een ontslagvergunning moeten hebben aangevraagd.
Het bedrijf had in het jaar vóór de ontslagvergunning gemiddeld niet meer dan 24 werknemers in dienst.
De transitievergoeding is betaald op of na 1 januari 2021. Bij gedeeltelijke betaling (ook bij nettovergoeding zonder afdracht aan de belastingdienst) wordt er niet gecompenseerd. Gedeeltes van de vergoeding die voor 1 januari 2021 zijn betaald worden niet vergoed.
Partijen mogen een hogere vergoeding afspreken, maar de compensatie is niet hoger dan de vergoeding waar de werknemer recht op had na afloop van het dienstverband.