Meteen naar de inhoud

Smartengeld

Smartengeld is een tegemoetkoming voor geleden immateriële schade. In het Nederlands recht kan smartengeld worden gevorderd:

– als gevolg van lichamelijk of geestelijk letsel;
– als de betrokkene in zijn eer of goede naam is geschaad ;
– als de betrokkene op een andere wijze in zijn persoon is aangetast;
– als sprake is van het oogmerk om immateriële schade toe te brengen, dan wel;
– als sprake is van aantasting van de nagedachtenis van een familielid.

Tegenover immateriële schade staat materiële schade oftewel vermogensschade, zoals verlies aan verdienvermogen, kosten in verband met huishoudelijke hulp en/of tuinhulp en medische kosten. De specialist letselschade van RP Advocatuur helpt u bij het verhalen van uw smartengeld vergoeding.

Lichamelijk letsel

De gevallen van lichamelijk letsel komen het meest voor. In Nederland zijn de bedragen meestal laag in verhouding tot sommige andere landen. Het niveau is al jaren redelijk constant.

Het hoogst toegekende bedrag was tot 1991 € 136.000 en betrof iemand die door een medische fout met het Hiv was besmet. In april 2007 heeft de rechtbank van ‘s-Hertogenbosch een bedrag van € 150.000 toegewezen aan iemand die blijvend zwaar lichamelijk en psychisch letsel had opgelopen doordat hij door vier daders – waaronder zijn ex-echtgenote – ernstig was mishandeld. Er was sprake van eenzijdige verlamming, cognitieve stoornissen en het verlies van een oog, terwijl de betrokkene sindsdien rolstoelgebonden is.

De door Nederlandse rechters toegekende smartengeldbedragen zijn terug te vinden in de smartengeldbundel van de ANWB, welke eens in de drie jaar wordt uitgegeven.

Geestelijk letsel

Vaak gaat lichamelijk letsel gepaard met geestelijk (psychisch) letsel. Er bestaat ook recht op smartengeld in geval van geestelijk letsel als niet tegelijkertijd ook sprake is van lichamelijk letsel. Voorbeelden uit de praktijk zijn een uit de hand gelopen zakelijk geschil, hinder door de kraaiende hanen van de buurman of de confrontatie met een schokkende gebeurtenis (kindertaxi-arrest). Wel wordt in dat geval een ondergrens aangehouden. Een meer of minder sterk psychisch onbehagen is niet genoeg. In het algemeen is het voldoende als bij degene om wie het gaat een in de psychiatrie erkend ziektebeeld is vastgesteld.

Naasten en nabestaanden

Smartengeld kan ook worden toegekend aan een ander dan de benadeelde zelf, bijvoorbeeld in het geval van shockschade. In dat geval is men geconfronteerd met een ernstig (verkeers-)ongeval of met de gevolgen ervan waardoor geestelijk letsel is ontstaat.

Affectieschade heeft betrekking op de situatie van het overlijden of ernstig gewond raken van een direct naaste.