Veel advocaten doen het niet graag; een zaak op basis van gefinancierde rechtsbijstand, beter bekend als de toevoeging. Mensen die een toegevoegde advocaat hebben, menen dat die advocaat voor zijn werk door de staat betaald wordt. Dat is ook zo maar wat men niet weet is dat die staat voor ieder dossier maar een bepaald bedrag vergoedt. Het maakt in principe niet uit hoeveel uur er aan zo’n dossier besteed wordt, de vergoeding blijft hetzelfde. En ik kan u vertellen dat die vergoeding niet bepaald overhoudt. Om die reden zijn er advocaten die geen toevoegingen doen en zo zijn er advocaten die ondanks dat nog steeds toevoegingen doen. Die keus maakt iedere advocaat zelf.
De uitholling van en bezuinigingen op de rechtspraak en gefinancierde rechtsbijstand zijn zorgelijk, maar daar wil ik het nu niet over hebben. Een bepaald aspect aan de toevoeging is zo vreemd, dat ik mij er altijd over verbaasd heb dat advocaten daar niet massaal stampei over maken: bij winst van een procedure worden de proceskosten (die de tegenpartij moet betalen) van de vergoeding voor de advocaat afgetrokken.
Ik leg uit: ik win voor mijn cliënt een procedure en de tegenpartij wordt in de proceskosten (zeg: € 500,00) veroordeeld. De vergoeding die ik van de Raad voor Rechtsbijstand krijg (zeg: € 1.000,00) wordt verminderd met die € 500,000. Die andere € 500,00 moet ik maar bij de tegenpartij gaan halen. Als er direct betaald wordt, is dat probleem te overzien, maar vaak gebeurt dat natuurlijk niet. Dan moet ik nog meer tijd in het dossier gaan steken én ik moet extra (deurwaarders)kosten gaan maken. Verlies ik echter diezelfde procedure voor mijn cliënt, dan krijg ik het “normale” bedrag van de Raad. Omdat de wederpartij niet in de kosten is veroordeeld, wordt er niets in mindering gebracht. Met andere woorden: ik loop als belangenbehartiger een risico, maar alleen als ik mijn werk goed doe. Dat is toch raar, vindt u niet?
Bron: Hart van Enschede, 13 juni 2019