Werknemer is werkzaam als accountmanager. Op een bewuste dag rijdt hij naar een vergadering in Amsterdam. Hij is in het bezit van een leaseauto. Onderweg moet hij tanken, maar tankt per ongeluk benzine in plaats van diesel.
Woon-werkverkeer?
Werknemer was veel op pad voor zijn werk. Hij had geen vaste werkplek; hij was op verschillende locaties werkzaam (bij klanten, op kantoor en thuis) met als ‘gereedschap’ zijn laptop. Iedere ochtend moest werknemer een update van zijn werkzaamheden van de dag ervoor aan werkgever mailen. Door werkgever werd onvoldoende gemotiveerd betwist dat werknemer op de bewuste dag thuis heeft gewerkt. Werkgever heeft aangevoerd dat zij geen opdracht heeft verstrekt om thuis te werken en dat werknemer geacht werd zijn werkzaamheden, hetzij op kantoor, hetzij bij de klant te verrichten. Met deze stellingen heeft werkgever onvoldoende gemotiveerd betwist dat werknemer in de praktijk ook thuis werkte. Thuiswerken werd derhalve oogluikend toegestaan. In die zin kan niet worden aangenomen dat er ’s ochtends toen werknemer op weg ging naar de vergadering in Amsterdam, sprake was van een woon-werkverkeer situatie (in dat geval zou de werkgever namelijk niet aansprakelijk zijn voor schade).
Domme vergissing
Het tanken van normale benzine in een dieselauto, is – kort gezegd – iets dat kan gebeuren wanneer iemand auto rijdt. Werkgever heeft verklaard dat verkeerd tanken binnen haar bedrijf vaker voorkomt. Mede gelet hierop is het hof van oordeel dat sprake is geweest van een – domme – vergissing. Als dit handelen al als roekeloos gedrag kan worden gekwalificeerd, is naar het oordeel van het hof onvoldoende gebleken dat werknemer, voordat hij ging tanken, zich daadwerkelijk bewust was van het roekeloze karakter van deze gedraging. De omstandigheid dat werknemer tijdens het tanken de motor van de auto heeft laten draaien, leidt niet tot een ander oordeel.
Werknemer merkte pas latere dat er een probleem met de auto was, toen hij na het tanken was weggereden. Voorts is de schade aan de auto ontstaan door het verkeerd tanken en niet vanwege het feit dat werknemer de motor tijdens het tanken heeft laten draaien. Gesteld noch gebleken is daarbij dat werknemer gedurende zijn dienstverband al eerder fout had getankt. Van bewuste roekeloosheid is dan ook geen sprake.
Verzekering
In de leaseregeling is bepaald dat schade die het gevolg is van bewezen niet behoorlijk gebruik en/of onderhoud van de auto voor rekening van de medewerker komt. Gesteld noch gebleken is echter dat werknemer tegen schade als de onderhavige verzekerd was. Daarbij geldt dat het op de weg van werkgever had gelegen zich ervan te vergewissen dat werknemer zich tegen dit soort schades zou verzekeren, temeer daar in haar eigen verzekering schade ontstaan door het tanken van de verkeerde brandstof, niet was gedekt.
Conclusie
Werkgever is aansprakelijk en moet de schade aan de auto voldoen.
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17 maart 2015