Op een feestje met rechtbankmedewerkers is de vraag snel gesteld. Hoe is rechter Pietje nou ‘in het echt’? Is rechter Klaasje leuk om mee samen te werken? En is rechter Antje altijd zo’n bitch? We komen ze als advocaat uiteraard veelvuldig tegen: rechters. En zoals rechters hun mening hebben over advocaten, zo hebben advocaten die ook over rechters.
Een opmerkelijke zaak is die waarin de rechter meedeelde dat de betrokken advocaten zich dood moesten schamen voor het feit dat ze überhaupt een procedure zijn gestart. Het betrof volgens de rechter in kwestie een eenvoudige zaak, met een zeer gering belang, waarvoor de door de overheid gefinancierde rechtshulp niet bedoeld was. Volgens hem konden duizenden euro’s aan toevoegingsgelden en de tijd van instanties beter worden besteed in plaats van “te verspillen aan een “geschil” dat het niveau heeft van een kleuterruzie in de zandbak.” Ondanks het feit dat deze rechter misschien een punt heeft, word je er als advocaat niet vrolijk van als je zoiets gezegd wordt (en dat dat ook nog eens breed wordt uitgemeten in de krant).
In een andere zaak vroeg de rechter op een zitting of partijen de gang op wilden gaan om te bezien of zij toch nog een regeling konden treffen. Dat komt vaker voor en is op zich dus niet ongebruikelijk. De rechter vroeg daarbij of partijen de behoefte hadden aan ‘een schot voor de boeg’ (waar staan partijen sterk en waar misschien minder sterk). Toen daarop met ‘ja’ werd geantwoord, werd door de rechter meteen gezegd dat partij A niet aansprakelijk was. Punt uit. Dat is geen schot voor de boeg; dat is een vonnis! En dát is wel ongebruikelijk. Ga dan nog maar eens onderhandelen. Dat gaat dan dus niet meer. Ik had medelijden met (de advocaat van) partij B. Tja, rechters zijn net mensen.
Bron: Hart van Enschede, 9 april 2015