Ga naar de inhoud

Vrijspraak: Het nieuwe ontslagrecht

Dat mensen hun hele leven bij dezelfde werkgever werkten lijkt iets van vroeger. Nu willen we meer afwisseling, veranderen we sneller van baan en hebben we vaker te maken met tijdelijke arbeidscontracten. Ook werkgevers hebben steeds meer behoefte aan flexibiliteit. Met de nieuwe regelgeving wil de overheid ondermeer de rechtspositie van werknemers met een tijdelijk contract of oproepcontract verbeteren. Of dit in de praktijk ook gebeurt is maar de vraag. In 2015 wordt ontslag namelijk sneller en goedkoper. Voor de werkgever. En voor de werknemer? De maximale duur van de WW wordt teruggebracht. En na een half jaar WW, wordt alle arbeid als passend gezien. Hoezo een betere rechtspositie voor de werknemer?

In de wet is een aantal bestaande regels aangepast en zijn nieuwe regels opgenomen. Zo gaan elkaar opvolgende tijdelijke contracten vanaf 1 juli 2015 over in een vast contract als een periode van twee jaar wordt overschreden. Nu is dat nog drie jaar. Staan werknemers dan niet na 2 jaar al op straat in plaats van na 3 jaar? Een volgende wijziging gaat over een proeftijdbeding in een contract voor bepaalde tijd. Er kan geen proeftijd meer overeengekomen worden in een arbeidsovereenkomst die is aangegaan voor ten hoogste zes maanden. Hoeveel werkgevers willen het risico nemen om een half jaar gebonden te zijn aan een -mogelijk slecht functionerende- werknemer? Zal er niet eerder (en vaker) een beroep worden gedaan op een uitzendkracht? Of op een ZZP-er, waar men niet aan vast zit?

Daarnaast geldt in 2015 de zogenaamde transitievergoeding bij ontslag, die in de meeste gevallen veel lager uitvalt dan de neutrale vergoeding op basis van de huidige kantonrechtersformule. Wet Werk en Zekerheid. Zekerheid? Misschien wel. Werk? Dat is nog maar de vraag….

Bron: Hart van Enschede, 8 januari 2015