Ga naar de inhoud

Val van tribunetrap in sporthal

Wat is er gebeurd?

Verzoekster en haar echtgenoot hebben een uitverkochte basketbalwedstrijd in een sporthal bezocht. Bij binnenkomst in de sporthal is verzoekster, die sportschoenen aan had, via een trap omhoog gelopen naar de dertiende rij op de tribune, waar zij en haar echtgenoot hun zitplaatsen hadden. Na afloop van de wedstrijd is zij via een andere – gelijkvormige – trap de tribune af gelopen.

Verzoekster is bij het afdalen van de tribune ten val gekomen, vanwege verschillende treehoogtes. Naast een blauw scheenbeen en een bloedneus heeft zij daarbij letsel opgelopen aan haar linker elleboog, te weten een radiuskopfractuur.

Enkele maanden na het ongeval is de tribune in de desbetreffende sporthal aangepast, in die zin dat een trede is verlengd, er een extra trede is geplaatst, de kleur van de treden is gewijzigd van beige/grijs naar oranje en er op elke trede een antislipstrip is aangebracht.

Situatie

Verzoekster heeft verschillende verklaringen afgelegd over de drukte op de trap ten tijde van het ongeval. Ter zitting heeft zij gesteld dat zij na afloop van de wedstrijd heeft gewacht tot de ergste drukte voorbij was. Vervolgens is zij op een lege trap naar beneden gelopen, waarbij zij vrij zicht op de trap had. De eerste tien stappen waren afwisselend treden en stukken tribune met een diepte van 42 respectievelijk 43 cm. Bij de elfde stap stapte zij alleen met haar hiel op trede 7 met een diepte van 22 cm. Omdat zij in een cadans liep en niet verwachtte en gezien had dat deze trede aanmerkelijk smaller was dan de voorgaande treden, is zij vervolgens voorover gevallen, aldus verzoekster. Op dat moment liep er niemand voor haar. Wel stond er naast de trap een vrouw die folders uitdeelde, waardoor verzoekster volgens eigen zeggen is afgeleid. Ook stonden er mensen naast de trap op het looppad, terwijl er in de zaal ook nog van alles gaande was, aldus verzoekster.

De beoordeling

De kantonrechter is van oordeel dat ten tijde van het ongeval geen sprake was van een gebrekkig opstal als bedoeld in artikel 6:174 BW. De kantonrechter overweegt daartoe als volgt.

Tussen partijen is niet in geschil dat de trap voldeed aan het Bouwbesluit. De rechtbank stelt voorop dat bij het beklimmen en afdalen van trappen van tribunes een extra oplettendheid en voorzichtigheid dient te worden betracht omdat het een feit van algemene bekendheid is dat de trappen van tribunes (of het nu gaat om sporthallen, stadions of concert- en theaterzalen) afwijken van een standaard trap en ook de afstand van de te nemen treden voortdurend kan wijzigen, al naar gelang de constructie van de tribune en de plaatsing van de stoelen. Die oplettendheid is ook geboden omdat in veel gevallen – zoals ook in het onderhavige geval – geen trapleuningen aanwezig zijn omdat de constructie van een tribune dat niet toelaat.

Weliswaar is voorstelbaar dat verzoekster, toen zij van de tribune afliep, op de eerste tien treden en stukken tribune van gelijke lengte een bepaalde cadans in haar loopritme ontwikkelde, zoals verzoekster heeft gesteld, maar dit ontslaat haar niet van de voornoemde oplettendheid.

Voor zover verzoekster heeft aangevoerd dat zij is afgeleid door een vrouw die folders uitdeelde en omdat er in de zaal ook nog van alles gaande was, komt dit voor haar rekening en risico.

Tribune nadien aangepast

De omstandigheid dat de gemeente de tribune enkele maanden na het ongeval van verzoekster heeft aangepast, maakt wellicht dat de situatie thans veiliger is dan voorheen, maar hieruit kan niet de conclusie worden getrokken dat de tribune voorheen gebrekkig was. Ook in de oude situatie week de kleur van de treden af van de kleur van de tribune. Daarmee had de gemeente voldaan aan haar – uit het ontbreken van een trapleuning voortvloeiende – verplichting om er voor te zorgen dat de vorm en afmeting van de verschillende treden, en daarmee de afwijking vanaf trede 7, voldoende kenbaar was voor bezoekers.

Tot slot leidt de afwezigheid van antislipstroken in de oude situatie er niet toe dat de trap toen gebrekkig was, waarbij van belang is dat verzoekster niet heeft gesteld dat zij is uitgegleden, maar een misstap heeft gemaakt vanwege de diepte van trede 7, zodat causaal verband ontbreekt.

Het voorgaande leidt ertoe dat de gemeente, waar de sporthal onder valt, niet aansprakelijk is voor het ongeval.

Bron: rechtspraak.nl (RB Den Haag, 10 maart 2015)