Werknemer is op 1 januari 2009 bij werkgeefster (een groothandel in bloemen en planten) in dienst getreden als chauffeur/verkoper. De cao voor de Groothandel in Bloemen en Planten is per 13 januari 2012 algemeen verbindend verklaard. Werkgever heeft haar activiteiten gezien de slechte resultaten per 1 april 2012 moeten staken. In verband hiermede heeft UWV een ontslagvergunning afgegeven. De arbeidsovereenkomst is per 1 juli 2012 opgezegd.
Vordering werknemer
Werknemer vordert uitbetaling van overuren. Hij voert aan dat het dienstverband een omvang had van 48 uur per week, maar dat hij in de jaren 2009 en 2010 gemiddeld 55 uur per week werkte. Tegen de achtergrond van die stelling vordert werknemer over die jaren uitbetaling van 7 overuren per week.
Kantonrechter
De kantonrechter heeft de vordering van werknemer afgewezen. De kantonrechter acht niet bewezen dat sprake was van een werkweek van 48 uur met een feitelijke werkweek van 55 uur, en dat dit 7 uit te betalen overuren per week zou opleveren). De werknemer keert zich tegen dat vonnis in hoger beroep.
Beoordeling Hof Den Haag
In artikel 4 van de conceptarbeidsovereenkomst van partijen en de uitgewerkte versie daarvan, staat vermeld dat in het salaris ‘alle overuren bij het loon (zijn) inbegrepen. Er worden dus geen overuren uitbetaald’. In de tweede is opgenomen dat de werkweek maximaal 60 uur bedraagt. Beide versies zijn weliswaar door werknemer niet ondertekend, maar zijn, naar het oordeel van het hof, wel een indicatie, zeker de aangepaste, tweede versie, voor wat hetgeen partijen voor ogen stond.
Het hof is van oordeel dat uit de verklaringen van getuigen en uit diverse e-mails blijkt dat met werknemer een ‘all-in’ loon was overeengekomen waarbij geen aanspraak kon worden gemaakt op uitbetaling van gewerkte overuren, hetgeen gelet op de functie van werknemer in deze branche ook gebruikelijk was.
Nu ervan moet worden uitgegaan dat partijen een all-in loon zijn overeengekomen zonder overwerkvergoeding, bestaat, geen aanspraak op uitbetaling van gewerkte overuren. Dat is zelfs zo wanneer wordt uitgegaan van een arbeidsovereenkomst voor gemiddeld 48 uur per week en een feitelijke werkweek van gemiddeld 55 uur. Achter bestaat ook dan geen aanspraak op vergoeding van het verschil van zeven uren.
(Uitspraak: Gerechtshof Den Haag, 10 juni 2014)
Opmerkingen
Het is een wijd verbreid misverstand dat er in het algemeen een recht bestaat op vergoeding van overwerk of overuren.
Bij gebreke aan een afspraak omtrent een overwerkvergoeding in de arbeidsovereenkomst of in de cao is voor een overwerkvergoeding op grond van de redelijkheid en billijkheid slechts plaats indien ten minste komt vast te staan dat de werkgever het overwerk aan de werknemer heeft opgedragen of dat uit de omstandigheden van het geval blijkt dat hij daarmee heeft ingestemd.
Een relevante omstandigheid kan daarbij zijn dat in het verleden een cao van toepassing was op grond waarvan in voorgaande jaren het overwerk werd betaald en dat overwerk niet inherent is aan de functie.
Een andere relevante omstandigheid kan het branchegebruik zijn of het niveau van de functie. Ook wordt een loonvordering van een werknemer nogal eens afgewezen omdat hij pas na einde dienstverband voor het eerst aanspraak maakte op vergoeding van overuren.